Waar zijn de tijden gebleven van weleer? Dat de investering van een club werd beloond met minimaal vijf jaar lang in het eerste. De VVCS bewaakte dit traject zodat clubs langer konden genieten van hun zélf opgeleide spelers. In het toenmalige Oostblok mocht een speler pas vertrekken als hij achtentwintig werd. Maar ja, tijden veranderen en eigenlijk is dit al ruim twintig jaar aan de gang sinds het Bosman-arrest uit 1998…

Vroeger, toen de pareltjes van de jeugd hun debuut maakten in het eerste, zij met veel gejuich werden begroet, want “we” hadden er weer één! Net achttien jaar en rijp voor het seniorenvoetbal op het hoogste nationale niveau met als bonus dat je doordeweeks jouw kunsten mocht vertonen ergens in Europa. Op deze wijze had een club die investeerde in de jeugdopleiding ook een goede kans van slagen op internationaal gebied. Er mochten maximaal drie spelers van buiten het land van herkomst van de club opgesteld worden (de zogenaamde acht plus drie regel) maar in 1998 kwam daar een einde aan. Men vond dat de clubs slavenhandel bedreven en spelers aan een keurslijf onderwierpen met zogenaamde wurgcontracten. Nu bepaalt de speler zijn route met in zijn kielzog zijn zaakwaarnemer, die het maximale eruit wil slepen voor zijn cliënt, maar zéker óók voor zichzelf…

Het is zo ondertussen een vies wereldje aan het worden. Zaakwaarnemers die spelers aan clubs aanbieden; is dat dan géén slavenhandel? Eerlijk gezegd vond ik het vóór het vorige millennium wat overzichtelijker. De club bood de speler een contract aan en als zich tussentijds een club zich meldde voor een speler kreeg de club die de speler had opgeleid áltijd een vergoeding. Dat is niet meer dan normaal in mijn ogen. Maar nu omdat er een wet is van de vrije arbeidsmarkt en men kan spelen waar hij wil zolang er geen contract is, is alles knots knettergek geworden. Men ziet enkel en alleen maar dollartekens, wil zo snel mogelijk financieel onafhankelijk zijn en handelt in feite alleen maar over de korte termijn. Dan zwijg ik nog maar over het sportieve aspect en de vooruitzichten daarvan, want cashen is hoofdzaak nummer één geworden.

Nog geen 360 minuten (is vier volledige wedstrijden voor de snelle rekenaars onder u) en er gaat er wéér één! Onder druk gezet door zijn louche zaakwaarnemer vervolgt het talent zijn weg richting een voormalig dopinglaboratorium. Hem zal de komende vier jaar worden geleerd om energiek zijn loopacties in te zetten, zowel in offensieve als in defensieve tactiek. Het technische gedeelte laten we voor het gemak maar even achterwege. Fysiek zal hij het zeker aan kunnen, maar op mentaal vlak heb ik zo mijn vraagtekens. Een megabod van zijn opleiders heeft hij hiervoor naast zich neergelegd. Negentien jaar en nu al naar het buitenland. Had eerst eens twee seizoenen jouw kwaliteiten getoond, had de strijd aangegaan met de concurrentie en je had in ieder geval de kans gehad om Europees te spelen. Dat moet je nu nog maar afwachten. Het Lokomotive van vroeger is nu een “rode stierenclub” geworden, net zoals in Salzburg. En of dat nu de opmaat wordt van een hele grote carrière waag ik ernstig te betwijfelen. Het ga je goed!

Tekst Andre van der Voort