De cursus “omgaan met teleurstellingen” heeft kennelijk het eindexamen gehad op die zinderende acht mei van het jaar tweeduizendennegentien, zo tegen elf uur in de avond. We laten de cijfers even bewust achterwege omdat nog altijd de aderen nog vol met adrenaline zitten en ongeloof zich nog altijd meester maakt van uw columnist. Maar ook trots zitin zijn donder opgesloten…

Moeten we een schuldvraag neerleggen? Met één hand hadden we al een oor beet. Maar dat dacht men in Catalonië ook. Niet dat zoiets de pijn verzacht, maar het geeft ook iets aan. Dit seizoen hebben we krankzinnige wedstrijden gezien in de sjampionnekliek en niet in de laatste plaats van ons aller Ajax. Dat de teleurstelling nu nog (even) regeert is duidelijk, maar als we gaan terugblikken mogen we meer dan TROTS zijn dat WIJ met een begroting als de onze ons meer dan kranig hebben geweerd tussen de clubs met de digitale aanmoedigingen, oliebaronnen en mediatycoons. Zonder honderd miljoen aan televisie-inkomsten om aan een seizoen te beginnen, want zo hoog is de totale begroting niet eens. Het voetbal won voor even van de geld, maar de portemonnee was achteraf gezien net iets te dik voor onze jonge godenzonen…

Begin mei nog meedoen op drie fronten. Eentje gepakt en eentje moeten loslaten, hoe triest ook. Máár er komt nog een zinderende week aan met misschien wel die ultieme bekroning van een fantastisch seizoen. Nog twee finales. Zes punten. Drie thuis en drie uit. Knop om en gáán. Geen genade.De scherven bij elkaar geven en nog één week alles geven. Want dat verdienen zij!